Nieuw Zeeland
november – december 2015
november – december 2015
De plannen zijn in hoofdlijnen klaar. We hebben vluchten geboekt en een camper gereserveerd. We starten onze reis in Nieuw Zeeland in Auckland en leveren de camper weer in in Christchurch. 34 dagen trekken we over het Noordereiland en Zuidereiland. Waarbij we ongetwijfeld veel toeristische highlights zullen zien, maar hier en daar zullen we zeker van de meest gebruikelijke route afwijken. Nog een half jaar om ons hierop voor te bereiden! (maart 2015)
—–
Inmiddels zijn we terug. Onze reisverhalen kun je hieronder lezen. Tijdens de reis probeerden we elke dag een berichtje en wat foto’s te plaatsen. Als je het preciese verloop van de reis wilt lezen, moet je dus ‘achteraan’ beginnen. De berichten zijn voorzien van datum. (december 2015)
De afgelopen dagen hebben we weer een sterk staaltje van het onberekenbare weer van Nieuw Zeeland gezien. Bij vertrek uit Invercargill was het zwaar bewolkt en een harde wind. Een laatste plaatje van de oceaan gemaakt: voorlopig gaan we een tijdje het binnenland in. Een korte tussenstop in Clifden bij een hangbrug uit 1899.
Onze bestemming was: Milford Sound. Het laatste deel van die route is een doodlopende weg van 120 km, de Milford Road, één van de mooiste wegen van Nieuw Zeeland. Maar ook berucht als een moeilijke weg: smal, bochtig en vanwege de weersomstandigheden (regen, lawines) soms afgesloten. Maar in Te Anau werd ons verzekerd dat er geen bijzonderheden waren. En dat was ook zo; het was gewoon een mooie weg, niet eens erg smal en met bermbeveiligingen. Dat hadden we wel anders meegemaakt. Onderweg een paar stops, o.a. bij de Mirror Lakes. Hier worden bij mooi helder en windstil weer de bergen prachtig in het water weerspiegeld. Maar op deze bewolkte en winderige dag was dat niet het geval. Na 100 km volgt een hele enge tunnel van ruim 1 km (Homer Tunnel): enkelbaans, onverlicht en tamelijk laag. Gelukkig waren er stoplichten in werking. ’s Avonds en ’s nachts is dat niet het geval en dan moet je maar hopen dat er geen tegenliggers komen …
Bij aankomst in Milford Sound regent het inmiddels en ging het steeds harder regenen. Van de mooie bergen was nauwelijks iets te zien. Maar de andere dag: prachtig weer! Gelukkig, want die dag maakten wij de boottocht door de fjord. Het is werkelijk heel erg mooi. In dit gebied regent het 250 dagen per jaar (6813 mm!!); het water loopt overal van de bergen af. De regen van de dag ervoor was op een hoogte van 800 m als verse sneeuw gevallen. Toen we opstonden ‘dampten’ de bergen helemaal.
De boot vaart de hele fjord door, tot aan de monding bij de Tasman Zee. Onderweg zeehondjes en dolfijnen, het wordt bijna gewoon. Verder vaart de boot als het ware in één van de vele watervallen en wordt het gletsjerwater opgevangen in glazen, zodat de gasten het recht uit de bron kunnen proeven.
Allemaal heel mooi. Maar dat vinden blijkbaar niet alle gasten (zie foto).
Deze slideshow vereist JavaScript.
En toen weer 120 km terug naar de bewoonde wereld. Daar staan we nu in Te Anau op een camping met uitzicht op het meer en de besneeuwde bergen.
In Milford Sound was geen mobiel bereik en wifi was echt niet te betalen; daarom gisteren geen verhaaltje.
Gisteren ontmoetten we Nederlanders die we al eerder tegen gekomen waren; zij deden dezelfde boottocht. Al pratende bleek dat zij veel dezelfde plaatsen bezochten als wij. Zij waren alleen wel conform hun plan langs de westkust gegaan en hadden prachtig (!) weer gehad! En dat terwijl alle berichten het over enorme regenbuien hadden. Ben benieuwd welk weer wij krijgen als we hiervan verder trekken naar de westkust …
We zijn nu echt in schaapjesland! Vandaag reden we door het zuidoosten van het Zuidereiland: The Catlins. Glooiende heuvels, mooi groen en overal schapen. Wegen van gravel. Deed ons erg aan Schotland denken. Behalve als je bij zee komt, want de Pacific Ocean is anders (lieflijker) dan de Atlantische Oceaan. En de vegetatie is ook heel anders; de Catlins hebben een tropisch bos, dat vaak tot aan zee doorloopt.
We deden een aantal wandelingen. Veel foto’s hebben we er niet van gemaakt, want na verloop van tijd gaan al die beelden op elkaar lijken. Hieronder foto’s van Nugget Point (waar we zeeleeuwen zagen), Jack’s Blokhole (55 m diep en 144 lange ‘doorbraak’ in de rotsen, waardoor er bij hoog water veel water binnenstroomt) en Florence Hill Outlook. Het waren allemaal flinke klimpartijen.
Het weer werd slechter: van zonnig naar zwaar bewolkt, harde wind en (uiteindelijk) regen. We reden aan het einde van de middag naar Bluff, vaak beschreven als zuidelijkste punt van het Zuidereiland. Dat is niet correct, het zuidelijkste punt ligt iets verderop (Slope Point), maar we hadden geen tijd en zin meer voor een omweg van 30 km over gravelwegen.
Op Stirling Point in Bluff staat een wegwijzer; de tegenhanger van een zelfde soort wegwijzer die op het noordelijkste punt van het Noordereiland staat (Cape Reinga). Toch even checken of de afstanden wel kloppen. Da’s vreemd: van Cape Reinga naar Bluff is 1452 km; van Bluff naar Cape Reinga is 1401 km… En dat is hemelsbreed gemeten. Wij hebben er inmiddels 3900 km opzitten!
Vandaag een grijze, natte dag met veel wind. Dus ook aan de oostkust ontkomen we daar niet aan!
Maar gelukkig paste dat weer prima bij de uitjes die we vandaag wilden doen.
Eerst bezochten we de Moeraki Boulders, bijna symmetrische rotsen die naar verluidt al 60 miljoen jaar oud zijn. Het is een raadsel hoe ze er gekomen zijn, al hebben de Maori er natuurlijk wel een legende over. We namen de aangegeven route, maar dat bleek via de P-plaats van een souvenirwinkel te zijn. Die hadden een trap naar het strand gemaakt en vroegen daar 2 dollar voor. Later bleek dat je er ook gewoon via een andere weg kon komen. Heel Hollands: we hebben niet betaald.
Het tweede uitstapje was naar de Royal Albatross Colony op Otago Peninsula. Eén van de weinige toegankelijke plaatsen waar de koningsalbatrossen broeden. We kregen een prima uitleg en mochten daarna vanuit het observatorium de broedende albatrossen bekijken. Een albatros heeft een spanwijdte van 3 meter en weegt ongeveer 10 kg. Ze vliegen alleen als er harde wind is. Nou, die was er! Wat een enorme vogels.
Op de terugweg naar het informatiecentrum nog wat jonge zeemeeuwen gezien en een aantal broedende lepelaars. Het was inmiddels droog geworden.
Daarna weer 25 km terug over een weg die pal langs zee loopt. En pal langs zee betekent hier: na de witte streep is er nog 15 cm berm en dan niets meer…
Omdat het al laat was zijn we op de camping in Dunedin beland. Een vreselijke omgeving, zeker vergeleken met het plekje van gisteren. We zien hier wel vaker dat campings bewoond worden: ’s morgens vertrekt de helft van de gasten gewoon naar zijn of haar werk. Dit is ook zo’n camping.
Maar we kunnen hier weer wifi gebruiken, alle elektrische zaken opladen en een warme douche nemen. Dat is ook wel lekker.
Deze slideshow vereist JavaScript.

