Nieuw Zeeland
november – december 2015
november – december 2015
De plannen zijn in hoofdlijnen klaar. We hebben vluchten geboekt en een camper gereserveerd. We starten onze reis in Nieuw Zeeland in Auckland en leveren de camper weer in in Christchurch. 34 dagen trekken we over het Noordereiland en Zuidereiland. Waarbij we ongetwijfeld veel toeristische highlights zullen zien, maar hier en daar zullen we zeker van de meest gebruikelijke route afwijken. Nog een half jaar om ons hierop voor te bereiden! (maart 2015)
—–
Inmiddels zijn we terug. Onze reisverhalen kun je hieronder lezen. Tijdens de reis probeerden we elke dag een berichtje en wat foto’s te plaatsen. Als je het preciese verloop van de reis wilt lezen, moet je dus ‘achteraan’ beginnen. De berichten zijn voorzien van datum. (december 2015)
Vandaag zijn we op Banks Peninsula, een schiereiland ten zuidwesten van Christchurch. We reden er naartoe over (alweer) smalle en bochtige wegen. Dit keer extra gevaarlijk omdat het zaterdag is en er zowel veel meer auto’s als veel fietsers op de weg zijn. Zeker bij een steile klim en tegenliggende auto, is het passeren van zo’n fietser niet mogelijk.
Het uitzicht onderweg was mooi, maar helaas: weer flink bewolkt, dus de echte schoonheid komt op de foto’s niet goed over.
Eindstation was Akaroa, een plaatsje met overwegend Frans karakter. Hier hebben de Fransen in 1840 geprobeerd een Franse kolonie te stichten, maar dat is niet gelukt. De Engelsen hadden toen al een verdrag met de Maori gesloten over de verdeling van de macht (zie één van onze eerste blogberichten uit Nieuw Zeeland). Toch zou het Franse karakter hier nog overheersen: in de namen en in de sfeer. Nou, wat betreft de namen klopt dat wel. Maar de sfeer?
Juist vandaag was er een groot Australisch cruiseschip aangekomen. Dat betekent dat alle toeristische activiteiten overuren draaiden. De terrassen en restaurants zaten vol; in de winkels was het overvol en allerlei touroperators waren superdruk. O.a. het rondritjes met vintage cars en rondritten met dubbeldekkers (typisch Frans???). Maar ook: zwemmen met dolfijnen, havenrondvaarten.
Wij raakten op een terras in gesprek met een Australisch echtpaar dat ook van het cruiseschip kwam. Zo’n boot legt aan en de hele dag varen kleine bootjes af en aan om de gasten van en naar het schip te brengen, vertelden zij. Sommigen doen een vooruitgeboekte tour, zoals de dubbeldekker en het zwemmen met dolfijnen, anderen gaan alleen wat slenteren en shoppen in het stadje en dan weer aan boord. Van één van de plaatselijke ondernemers begrepen we dat dergelijke schepen hier op vrijdag, zaterdag en zondag aanleggen; de rest van de week niet. Dan is het stadje redelijk rustig en komt het karakter van een Frans provinciestadje (ik citeer de reisgids) misschien beter naar voren…
Vandaag brachten we een bezoek aan de binnenstad van Christchurch, die in februari 2011 grotendeels verwoest werd door aardbevingen. De stad is nog steeds één grote bouwplaats. Om alles beter te begrijpen deden we de Christchurch Rebuild Tour. Een tocht waarbij de gids vertelde over het effect van de aardbevingen, hoe het vroeger was en hoe het nu (langzaam aan) moet worden. En wat daar allemaal bij komt kijken. Het was een leerzame tour, en toen we daarna zelf door de stad wandelden begrepen we er ook wat meer van.
Op het eerste gezicht is alles lelijk, het is overal een puinhoop (letterlijk), of een grote open ruimte of een plek met hekken en bouwmachines. Maar met de verhalen in het achterhoofd zie je ook de mooie dingen. Op de foto’s hieronder o.a. de manier waarop gebouwen nu nog steeds omringd worden door wanden van zeecontainers. Die moeten beschermen, voor het geval het gebouw alsnog instort. Het monument van de 185 witte stoelen: een tijdelijk monument ter herinnering aan de 185 doden die vielen tijdens de aardbevingen. Over een definitief monument is eerst flink gedebatteerd: welk ontwerp, welke plek. Daar zijn ze nu wel uit, maar het moet nog wel gebouwd worden. Intussen heeft dit tijdelijke monument zoveel waarde gekregen voor de bewoners dat men dat ook maar wil handhaven.
En de Transitional Cathedral: een kerk van karton en hout, in de wandelgangen dus ‘Cardboard Cathedral’ genoemd. Een mooi voorbeeld van tijdelijke architectuur.
Op de lege gebouwen overal veel ‘street art‘, dit keer extra veel omdat dit weekend een street art festival begint. Tot slot het tijdelijke winkelcentrum: opgebouwd uit zeecontainers. Alles bij elkaar geeft het een gemengd beeld. Schokkend dat er zoveel vernield is, maar ook bewondering voor de initiatieven om van Christchurch weer iets moois en levendigs te maken.
Vandaag staken we (voor de laatste keer) het Zuidereiland over. We vertrokken in Westport met lekker warm weer, blauwe lucht met mooie wolkjes. Al snel kwam de bewolking boven de bergen opzetten. Onze weg volgt voor een groot deel de route van de TranzAlpine Railway, een treintraject van Christchurch (oost) naar Greymouth (west), één van ’s werelds mooiste treinreizen (zegt men …).
We stopten onderweg bij het station van Moana voor koffie. Een dorpje van niks (760 inwoners, vertelde de waard), maar de restauratie had heerlijke koffie en superverse, eigengebakken muffins!
Daarna verder naar Arthur’s Pass. Stevige hellingen, terwijl de pas zelf helemaal niet zo hoog is (740 meter volgens de kaart, maar mijn iPhone gaf 910 meter aan en volgens internet klopt dat laatste). We hebben er weinig van gezien: het regende en was met name heel erg bewolkt op deze hoogte. Gestopt voor lunch bij het historische Bealey Hotel, van waaruit je prachtige uitzichten zou kunnen hebben. Not. Gelukkig brandde de houtkachel!
En toen werd het echt heel gek: we daalden verder oostwaarts en: het werd droog en warm. Over een afstand van 10 km, met een hoogteverschil van maar 100 meter steeg de temperatuur ineens 16 graden (van 10 naar 26 graden Celsius). En hoe verder we reden, hoe helderder het werd. Terugkijkend zagen we nog forse wolken boven de bergen hangen, maar op de Canterbury Plains was het zonnig en warm.
En nu zijn we in Christchurch: de laatste foto geeft het uitzicht vanuit mijn luie stoel op de camping. Fris groen en een strak blauwe lucht. Het is nog steeds 26 graden en omdat hier aan de oostkust geen sandflies zijn, hebben we de korte broeken weer tevoorschijn gehaald. (Daarvan geen foto’s!)

