Italië
mei 2017
mei 2017
Nog maar net zes maanden thuis, staan we alweer op het punt om te vertrekken. We gaan vijf, zes weken naar Italië. Via Zwitserland naar Genua, van daaruit met de boot naar Palermo (Sicilië) en over land weer terug naar huis. Dit keer hebben we gekozen voor het voorjaar, met langere dagen en hopelijk beter weer dan onze laatste vakantie in Portugal en Spanje.
2 juni is een nationale feestdag in Italië en aangezien dat dit jaar op vrijdag viel werd overal grote drukte verwacht (want i.v.m. Pinksteren een extra lang weekend). We besloten Italië daarom op 1 juni al te verlaten. Vanaf Venetië reden we een mooie tocht door de Dolomieten, daarna over de Brennerpas naar Zuid-Duitsland. We dachten daar nog een paar dagen te blijven, maar de camping vonden we zo onaangenaam dat we besloten de andere dag weer direct te vertrekken. Inmiddels was ook hier de Pinksterdrukte toegeslagen: overal lange files. We kozen steeds weer een andere, minder drukke weg, maar dat mocht niet baten. In Midden-Duitsland hebben we nog een keer moeten overnachten, zo langzaam ging het. Gelukkig ging het de dag daarop beter en waren we zaterdagavond weer thuis.
Het is ons heel goed bevallen om zo vroeg al op vakantie te gaan: vooral in Zuid-Italië was het heerlijk rustig en toch alle dagen al mooi weer!
(Helaas bleven de problemen met wifi en/of mobiel internetten in heel Italië bestaan, vandaar dat deze laatste drie verhaaltjes pas vanuit thuis gepubliceerd werden)
Onze laatste stop in Italië was Venetië. Niet helemaal een logische route als je op weg bent naar huis, maar hier vindt elke twee jaar de Biënnale plaats: een grote kunstmanifestatie met inzendingen uit heel veel landen. Nu we toch in Italië waren wilden we dat wel eens zien.
Dat bleek hard werken! Onze camping lag in een dorpje buiten Venetië: bushalte voor de deur en de bus zet je binnen een half uur af op de Piazzale Roma, waar alle vaporetto’s vertrekken. Maar wat een drukte! Als haringen in een ton in de bus, idem in de vaporetto en enorm veel bezoekers op de terrassen en in de smalle straatjes van Venetië. En dat bij een temperatuur van tegen de 30°.
We hebben twee dagen de Biënnale bezocht en één dag door Venetië gedwaald. Hieronder een paar plaatjes van de kunst, werkelijk de meest bizarre dingen gezien! Twee dagen was te kort om alles te zien, maar meer dan genoeg voor ons. We spraken een paar Belgische toeristen die het beter aanpakten dan wij: zij hadden een onbeperkt ticket en gingen elke dag een paar uur kunst kijken en daarna andere dingen doen, of naar het strand. Wij hadden echter een (duur) 48 uurs ticket gekocht en probeerden in die tijd zoveel mogelijk te zien.
Op de dag dat we geen kunst gingen kijken wilden we eigenlijk door de stad gaan lopen, maar daar kwamen we snel van terug: te druk en te warm! En vreselijk duur (dat wisten we wel, maar toch): op het San Marcoplein betaalden we 6 euro voor een espresso en 8 euro voor een cappuccino …
Uiteindelijk maar wat tochtjes rond de stad gemaakt: een bezoek aan de begraafplaats (een eilandje) en aan Lido de Venezia (strand). De bootjes buiten het Canal Grande zijn minder druk en bovendien waaide er een lekker fris windje.
Na een paar luie dagen trokken we verder naar het noorden. Vanaf het Trasimeense meer reden we door de Toscaanse heuvels, met de bedoeling een wijnbouwer en een aantal schilderachtige plaatsjes te bezoeken. Dat viel nog niet mee. In het restaurant van de laatste camping hadden we een mooie wijn ontdekt, de wijnbouwer was zo’n 30 km verderop en daar wilden we nog wat van deze wijn kopen. In het restaurant betaalden we 16 euro per fles. Onze verbazing was dan ook groot dat we voor dezelfde wijn, bij de wijnboer zelf, 15 euro per fles moesten betalen! Na wat googelen bleek dat zelfs duurder dan bij een wijnwebshop in Nederland! Niets gekocht dus.
Ook het bezoeken van de schilderachtige plaatsjes Montepulciano en Pienza is ons niet gelukt. Het zijn beide dorpjes hoog op een heuvel. Aan de randen van de stadjes zijn dan grote parkeerterreinen. Maar geen enkele mogelijkheid om onze camper te parkeren: óf de plekken waren te klein, óf de P-plaats was vol, óf het was verboden voor campers. Tamelijk frustrerend en na drie keer rond zo’n stadje gereden te zijn hebben we het opgegeven. Wij vinden het trouwens in heel Italië lastig om een plaatsje langs de weg te vinden: er zijn geen (of nauwelijks) parkeergelegenheden. Dus als we onderweg willen stoppen om bij voorbeeld koffie te zetten of een eigen lunch klaar te maken dan komen we steeds op parkeerterreinen bij tankstations of supermarkten uit. Niet echt gezellig!
’s Middags brengen we een bezoek aan Fattoria La Vialla. Dat is een bedrijf dat biologische Italiaanse producten maakt en verkoopt. Ze brengen een paar keer per jaar een werkelijk prachtige brochure uit, sturen hun klanten echt leuke nieuwsbrieven en foto’s en filmpjes van een prachtig boerenerf, waar blije mensen aan lange tafels heerlijk eten en drinken. Dat wilde ik wel eens in het echt zien. Op de weg er naartoe: geen enkel bord of aanwijzing dat je op de goede weg was. Ter plekke een klein bordje (zie foto). Maar wel een enorm parkeerterrein, met allemaal Duitse en Nederlandse auto’s, campers en bussen. Vanaf de P-plaats is het nog een stukje lopen naar de boerderij en daarbij kwamen we veel mensen tegen die terug naar hun auto gingen met tassen en dozen vol spullen, al dan niet begeleid door personeel met kruiwagens vol dozen, flessen, tassen en soms zelfs een golfkar vol.
Op de boerderij was het inderdaad mooi en gezellig, maar ik vond het allemaal een beetje gemaakt vrolijk. En blijkbaar is het helemaal gericht op de Duitse en Nederlandse markt; Italianen zagen we er niet; ook het personeel sprak Duits, Engels en Nederlands. Wij hebben niets gekocht, want waarom sjouwen met die spullen als je ze gewoon thuis kan laten bezorgen?

