Western Isles

Heel soms is het mooi weer. Zoals hier op de camping in Barra.

Na Lewis bezochten we achtereenvolgens North en South Harris, North Uist, Benbecula, South Uist, Eriskay, Barra en Vatersay. Gelukkig zijn een aantal van die eilanden met dammen verbonden, zodat we maar drie overtochten met een veerboot moesten maken. Het landschap is mooi, maar wel veel van hetzelfde: rotsen, heuvels, meren, stranden, schapen. Wij vonden South Harris en Barra het mooist.

Het weer is erg wisselend: veel regen en wind, maar soms ook onverwacht weer een mooie dag. Temperaturen tussen de 10 en 14 graden, dus best wel koud. Veel valt er verder niet te vertellen. Er is hier niets te doen (behalve wandelen); een winkel is een zeldzaamheid; restaurants bijna geheel afwezig en zelfs de eerste pub die we na drie en halve week bezochten was niet gezellig.

Toch nog wat bijzonderheden: Barra heeft een luchthaven op het strand. Beperkt bereikbaar, want als het vloed is, loopt alles onder en kan er niet geland worden. Leuk om een tijdje te kijken naar zo’n mini-luchthaven. Kampeerplaatsen zijn er op de eilanden nauwelijks. In theorie mag je in de vrije natuur staan; in de praktijk valt dat nogal tegen. Op veel plekken staat een bordje ‘no overnight parking’. Logisch wel, want de hoeveelheid camperbusjes is enorm. Die wil je niet overal in het landschap zien. Maar het betekent wel dat je al heel vroeg op zoek moet naar een plekje. In South Harris mochten we bij een restaurant staan. Op de andere eilanden hebben we vooraf gereserveerd, want dat blijkt iedereen te doen. We reden vaak een leeg kampeerterrein op, om te ontdekken dat bij alle plekken bordjes ‘gereserveerd’ hingen. Reserveren is dus wel zo efficiënt, maar minder avontuurlijk.

We laten nu de eilanden bijna achter ons: op dit moment staan we te wachten op de veerboot naar Skye. De op één na laatste boottocht deze reis. En dan komen we weer in de Highlands aan de westkant van Schotland.

Kortom: het is allemaal een beetje hetzelfde, allemaal een beetje saai en niet echt lekker weer. Toch vermaken we ons prima en we genieten van alle rust en stilte.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Lewis

Inmiddels hebben we het Schotse vasteland alweer verlaten en onze negende overtocht gemaakt. We zijn nu op Lewis, het noordelijkste eiland van de Buiten Hebriden. Zaterdagavond zijn we gearriveerd in Scrabster/Thurso aan de noordkust van de Schotse Hooglanden. Op zondag zijn we, deels via de kust, deels via het binnenland naar de westkust gereden: naar Ullapool. Het was een mooie tocht, langs hele smalle wegen met ‘passing places’, overal meren, bergen en uitzichten over zee. Met prachtige witte zandstranden. Maar daar hebben we geen gebruik van gemaakt (niemand trouwens): het was zwaarbewolkt en koud. Daarom ook bijna geen foto’s dit keer. Al dat bruin, zwart en grijs geeft niet goed weer wat we allemaal zagen onderweg.

Maandag in Ullapool gebleven, voor boodschappen, was en schoonmaken. En dat was nu weer een dag met heel mooi weer: zolang je uit de wind bleef was het prima buiten. En dinsdagmorgen de overtocht naar Lewis. Van hieruit zakken we zo’n vijf, zes eilanden af en maken dan weer de overtocht naar het vasteland.

Op Lewis slaat het weer ineens om. We zijn nu drie weken in Schotland en hebben nog geen druppel regen gehad. Nu ineens veel regen en hele harde wind, windkracht 9. De eerste dag bekeken we een aantal oudheden (zie foto’s). We vinden het landschap afwisseld lelijk en prachtig. De kusten zijn heel mooi, met prachtige witte stranden. Ook in de afgelegen gedeelten van het binnenland is het mooi: veen, meren, bergen. De bebouwde stukken zijn echter erg lelijk.

Vandaag zakken we af naar Harris. Hoe de rest van de reis zal verlopen is onduidelijk, want door de harde wind zijn veel veerboten uit de vaart. En wanneer jullie dit bericht kunnen lezen is ook onduidelijk, want internet is hier (op zijn zachtst gezegd) nogal wisselend. De verbinding valt regelmatig weg.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Shetland (2)

Camping nacht 3

De laatste dagen op Shetland waren bewolkt, maar toch mooi. We bezochten eerst Noord Mainland, waar je je echt alleen op de wereld kunt wanen. Vervolgens werd het nog rustiger, toen we de ferry naar de Noordelijke Eilanden (Yell en Unst) namen. Daar wonen ongeveer 1.000 mensen. Dat heeft ook een groot nadeel: het is onmogelijk om ergens gezellig iets te eten of drinken. Er is gewoon niets. In die twee dagen hebben we twee maal een ‘general store’ gevonden: een schuur waar ze van alles verkopen. Vaak wordt zo’n winkel trouwens door de bevolking zelf geëxploiteerd, commerciële ketens kunnen hier geen geld verdienen. Opvallend genoeg waren de beide kampeerplaatsen die we bezochten vol. Op beide eilanden is één kampeerplaatsje met 5 plekken. Je kunt dus ook nergens anders heen. Wij zijn maar ergens in een haventje gaan staan.

Op het eiland Unst maakten we een wandeling in een National Reserve, met veel broedende vogels. Een flinke klim naar de rotskust, waar we eigenlijk niet veel konden zien. Maar wel goed voor de kuitspieren!

Dit keer niet veel foto’s: want hoe mooi het ook is, het is wel allemaal hetzelfde. Meren, schapen, rotsen, baaien. Wat ons hier het meest bevalt is de absolute stilte: je hoort alleen die baaien, schapen en vogels. Na 19.00 uur ’s avonds is er geen verkeer meer. En er is ook geen ‘lichtvervuiling’; eigenlijk wordt het in deze tijd van het jaar zelfs niet meer helemaal donker.

Op dit moment zitten we op de boot die ons weer op Orkney afzet. Zaterdag vertrekken we dan weer naar het Schotse vasteland en vervolgen we de route langs de noordkust. Van daaruit melden we ons weer.

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

Shetland (1)

Wij vinden Shetland sensationeel mooi. Het feit dat hier geen mist is en de zon alweer anderhalve dag fel schijnt, draagt daar zeker aan bij. Het is wel koud, zo’n 10 graden én harde wind.

Laten we bij de overtocht beginnen. Toen we eindelijk om 23.30 uur aan boord waren, ontdekten we dat ook een paar honderd tieners (15-17 jaar) de overtocht maakten: een uitwisseling van scholen o.i.d. Je kunt je de herrie voorstellen. De boot komt om 7.30 uur aan. Leuk is dat je dan gewoon aan boord kunt blijven om te ontbijten; je hoeft pas om 9.30 uur het schip te verlaten. Dat deden we ook, want op een (nog sombere) maandagmorgen om 7.30 uur is er nog niet veel te beleven. Shetland bestaat, net als Orkney, uit een groot eiland (Mainland) en talloze kleinere eilanden. We besloten om eerst Mainland Zuid te verkennen. Op het uiterste zuidelijke puntje bevindt zich een aantal bezienswaardigheden. Toen we met dat plan wegreden uit Lerwick, zagen we ook hier zo’n enorm cruiseschip binnenvaren. En voordat wij bij de bezienswaardigheden in het zuiden waren, stond het er alweer vol met tourbussen… Daarom lieten we die maar zitten; we zagen alweer rijen wachtende groepen staan. Lees meer

Orkney (2)

Vandaag (voorlopig) onze laatste dag op Orkney en de eerste dag van onze vakantie dat er helemaal geen zon was. Ook nadat de mist was opgetrokken bleef het overal grijs.

Behalve aan prehistorische vondsten is Orkney ook rijk aan vogels: watervogels, weidevogels, moerasvogels. Omdat het overal erg open is (er zijn geen bomen) kun je ze over het algemeen goed waarnemen. Nu zijn wij geen specialisten, maar we vinden het altijd wel leuk om vogels te kijken en te beluisteren. Dus bezochten we op Orkney ook verschillende vogelgebieden: vogelkijkhutten (met allerlei boeken en verrekijkers erin; zou in NL allang gestolen of vernietigd zijn …), waadgebieden en een speciale ‘listening wall’: met behulp van technieken uit de Tweede Wereldoorlog is een muur in het landschap gezet die de vogelgeluiden heel mooi opvangt.

Tot slot reden we nog een route langs de kust die afgesloten werd met een bezoekje aan het proeflokaal van de Orkney Brewery. Overigens: de horeca op Orkney is slecht. We hebben geen (echt) restaurant kunnen vinden en slechts één terrasje. Er zijn wel wat take-aways, en bij de bezienswaardigheden wordt vaak koffie, thee en gebak verkocht. Maar die heerlijke vismaaltijd die wij onszelf beloofd hadden is er niet gekomen. Wel zijn er prima winkels, dus zelf lekker koken was geen probleem.

Nu staan we in de terminal te wachten op de boot die ons naar de Shetland eilanden brengt. Dit is een wat vervelend onderdeel van de reis: die boten vertrekken 3 x per week en altijd om 23.45 uur. We slapen aan boord en zijn dan morgenochtend vroeg op de Shetland eilanden. Daar blijven we vijf dagen en de boot die ons terugbrengt, komt dan weer ’s avonds om 23.00 uur hier aan. Door ervaring wijs geworden hebben we vandaag maar vast de camping geboekt voor die nacht!

Deze slideshow vereist JavaScript.

Orkney (1)

House for sale

’s Morgens vroeg met de boot naar de Orkney eilanden. Dat is een uurtje varen. Wij komen aan op één van de zuidelijke eilanden, dat door dammen verbonden is met het grootste eiland: Mainland. We besluiten om eerst dit zuidelijke eiland te verkennen en dan naar de hoofdstad Kirkwall te gaan. Op Orkney zijn geen bomen, er zijn lage heuvels, veel grasland en veel meren. Prachtige panorama’s dus, maar vanwege de altijd aanwezige mist niet eenvoudig vast te leggen. Behalve mistig, is het ook best koud die eerste dag, zo’n 10 graden.

We bezoeken de Italian Cathedral: een kerkje dat gemaakt is van twee Romneyloodsen, door Italiaanse krijgsgevangenen in WO II. Daarna gaan we vroeg naar de camping, met de bedoeling ’s middags naar Kirkwall te fietsen. Tot onze grote verbazing is ook hier de (enige) camping vol, al om 12:30 uur! We krijgen een ’tent’plek toegewezen en mogen de andere dag naar een ander plekje. Fietsen afgeladen en op de fiets naar het stadje. Wat mij betreft nooit meer! Verkeer van alle kanten en heel onwennig met al die rotondes, die je linksom moet nemen. We besluiten om de andere dag vanaf een rustiger punt te gaan fietsen. Maar ook daar komt het niet van. Het is erg mistig en het blijkt in de ‘binnenlanden’ helemaal niet zo rustig. Touringcars en minibusjes rijden af en aan. Het duurt even voor we begrijpen wat er aan de hand is: er is een mega-cruiseschip aangemeerd en de 4.500 (!) passagiers moeten in acht uur tijd de bezienswaardigheden van Orkney zien. Ter vergelijking: op Orkney (200 eilanden in totaal) wonen in totaal zo’n 19.500 mensen, waarvan 15.000 op Mainland . Tourgroepen staan in de rij bij de bezienswaardigheden, die niet op deze hoeveelheden berekend zijn. Wij besluiten om wat ‘mindere’ punten te bekijken en om de andere dag de hoogtepunten te gaan zien. Dat pakt goed uit, want als we de andere dag vroeg op pad gaan, zijn we bijna de enige toeristen. Tip voor wie naar Orkney gaat: check de cruisekalender!

Ondanks weerberichten die anders voorspelden, is het de afgelopen dagen ook mooi. weer, zodra de mist is opgetrokken. Op de foto’s zie je een aantal dingen die we de afgelopen drie dagen gezien hebben.

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

Noord Oost Schotland

Zonsondergang John O’Groats Campsite

Net als gisteren begon de dag erg mistig. Dat is jammer omdat we langs een mooi deel van de kustroute reden en niet veel zagen. Extra opletten ook op deze drukke wegen. Maar eerder dan verwacht brak de zon alweer door. Wij bezochten een aantal prehistorische grafheuvels en steenformaties. De grafheuvels (Grey Cairns of Camster) zijn gemaakt van gestapelde stenen (zoals veel hier) en je kunt er in kruipen om een indruk te krijgen hoe groot en ingenieus het allemaal was. Want we hebben het nu over 3000 vóór Christus; vijfduizend jaar oud dus. Het complex lag in een moeras, met overal prachtig wollegras. Het bestaat uit een kleine ronde heuvel en een langwerpig gebouw. Allemaal ruim 15 km vanaf de bewoonde wereld: geen telefoonbereik, geen internet. En toen wilde de camper weer niet starten … kalm blijven, afwachten, knopjes indrukken: we weten ook niet wat we doen, maar na verloop van tijd was het weer goed. ‘Even’ draaien op zo’n smal weggetje en op naar de volgende prehistorische vondst: Hill of Many Stanes. Dit zijn meer dan 200 oude stenen, vroeger ongeveer een meter hoog, in meer dan 20 rijen. Men vermoedt dat het een oud maanobservatorium geweest is. Ook weer vijfduizend jaar oud.

Daarna door naar de eindbestemming vandaag: John O’Groats, de meest noordoostelijke punt van het Schotse vasteland. Van hieruit gaan we morgen met de boot naar Orkney. We genieten van (waarschijnlijk) de laatste zonnige dag. Maar het is hier ook aanzienlijk kouder dan de dagen hiervoor, zo’n 14 graden en flink veel wind.

Deze slideshow vereist JavaScript.

NC500

Ja, wij wisten het ook niet. Maar NC500 staat voor: North Coast 500 miles. Het is een populaire route van 500 mijl (800 km) langs de Schotse noordkust.

Toen we alweer bij een volle camping arriveerden, vonden we dat vreemd. Dit is ‘members-only’, maandag, mei én Schotland. Het is niet de Franse Rivièra in augustus. De eigenaar van de camping wees ons op de NC500. Veel Engelsen (dat zijn: niet-Schotten) gebruiken de vrije dagen in mei om de tocht langs de Schotse kust te maken. En laat dat nu net ongeveer de route zijn die wij ook gepland hadden! Aangekomen bij de volgende camping, ’s middags om 15:00 uur, konden we nog net een laatste plekje krijgen. En dus plannen wij onze overnachtingen nu ook vooraf. Beetje jammer wel. Hopelijk is het volgende week wat minder druk. We hebben inmiddels het boek van de NC500 aangeschaft en doen er nu ons voordeel mee. Overigens wordt de tocht niet alleen door kampeerders afgelegd: ook de vele motoren die we hier tegenkomen maken de tocht, en ook reizigers die gebruikmaken van b&b’s. Lees meer

Schotland = kastelen

Schotland is …: schapen, stapelmuurtjes én kastelen. Daarvan hebben we er de afgelopen dagen twee bezocht, en niet de minste!

De schapen en stapelmuurtjes zijn alom, het is echter lastig om ze te fotograferen omdat stoppen langs deze wegen best lastig is. Hoewel we pas in Centraal Schotland zijn, zijn de wegen smal en bochtig, maar ook best wel druk. Vanuit de kampeerplaats in Breamar bezoeken we te voet Breamar Castle: tsja. Een mooie poging van de lokale bevolking om een historisch gebouw te behouden, zullen we maar zeggen. De volgende dag ‘different cook’: Balmoral Castle, het vakantieverblijf van de Queen of England. Maar ook dat is best wel simpel. En hoewel we voor de hoofdprijs betalen, mag je alleen de tuinen zien en één vertrek in het kasteel. Wel een prachtige omgeving, aan de rivier Dee. Lees meer

Geen plaatjes meer …

Helaas lukt het niet meer om nieuwe plaatjes toe te voegen aan deze website. Misschien kan ik het probleem de komende dagen oplossen, anders wordt het wel een heel saai blog … (27 mei 2018)