The Catlins

DSC_0607c

We zijn nu echt in schaapjesland! Vandaag reden we door het zuidoosten van het Zuidereiland: The Catlins. Glooiende heuvels, mooi groen en overal schapen. Wegen van gravel. Deed ons erg aan Schotland denken. Behalve als je bij zee komt, want de Pacific Ocean is anders (lieflijker) dan de Atlantische Oceaan. En de vegetatie is ook heel anders; de Catlins hebben een tropisch bos, dat vaak tot aan zee doorloopt.

We deden een aantal wandelingen. Veel foto’s hebben we er niet van gemaakt, want na verloop van tijd gaan al die beelden op elkaar lijken. Hieronder foto’s van Nugget Point (waar we zeeleeuwen zagen), Jack’s Blokhole (55 m diep en 144 lange ‘doorbraak’ in de rotsen, waardoor er bij hoog water veel water binnenstroomt) en Florence Hill Outlook. Het waren allemaal flinke klimpartijen.

Het weer werd slechter: van zonnig naar zwaar bewolkt, harde wind en (uiteindelijk) regen. We reden aan het einde van de middag naar Bluff, vaak beschreven als zuidelijkste punt van het Zuidereiland. Dat is niet correct, het zuidelijkste punt ligt iets verderop (Slope Point), maar we hadden geen tijd en zin meer voor een omweg van 30 km over gravelwegen.
Op Stirling Point in Bluff staat een wegwijzer; de tegenhanger van een zelfde soort wegwijzer die op het noordelijkste punt van het Noordereiland staat (Cape Reinga). Toch even checken of de afstanden wel kloppen. Da’s vreemd: van Cape Reinga naar Bluff is 1452 km; van Bluff naar Cape Reinga is 1401 km… En dat is hemelsbreed gemeten. Wij hebben er inmiddels 3900 km opzitten!

 

Koningsalbatros

DSC_0507ab

Vandaag een grijze, natte dag met veel wind. Dus ook aan de oostkust ontkomen we daar niet aan!
Maar gelukkig paste dat weer prima bij de uitjes die we vandaag wilden doen.

Eerst bezochten we de Moeraki Boulders, bijna symmetrische rotsen die naar verluidt al 60 miljoen jaar oud zijn. Het is een raadsel hoe ze er gekomen zijn, al hebben de Maori er natuurlijk wel een legende over. We namen de aangegeven route, maar dat bleek via de P-plaats van een souvenirwinkel te zijn. Die hadden een trap naar het strand gemaakt en vroegen daar 2 dollar voor. Later bleek dat je er ook gewoon via een andere weg kon komen. Heel Hollands: we hebben niet betaald.

Het tweede uitstapje was naar de Royal Albatross Colony op Otago Peninsula. Eén van de weinige toegankelijke plaatsen waar de koningsalbatrossen broeden. We kregen een prima uitleg en mochten daarna vanuit het observatorium de broedende albatrossen bekijken. Een albatros heeft een spanwijdte van 3 meter en weegt ongeveer 10 kg. Ze vliegen alleen als er harde wind is. Nou, die was er! Wat een enorme vogels.
Op de terugweg naar het informatiecentrum nog wat jonge zeemeeuwen gezien en een aantal broedende lepelaars. Het was inmiddels droog geworden.
Daarna weer 25 km terug over een weg die pal langs zee loopt. En pal langs zee betekent hier: na de witte streep is er nog 15 cm berm en dan niets meer…

Omdat het al laat was zijn we op de camping in Dunedin beland. Een vreselijke omgeving, zeker vergeleken met het plekje van gisteren. We zien hier wel vaker dat campings bewoond worden: ’s morgens vertrekt de helft van de gasten gewoon naar zijn of haar werk. Dit is ook zo’n camping.
Maar we kunnen hier weer wifi gebruiken, alle elektrische zaken opladen en een warme douche nemen. Dat is ook wel lekker.

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

Lake Tekapo & Mount Cook

DSC_0484ab

Om te beginnen: de rivierkreeft van gisteren was helemaal niet lekker! Hij kostte 60 Nieuw Zeelandse dollars (dat is ongeveer 40 euro), dus we hadden meer verwacht. De wijn was wél lekker. Maar samen kostte dit toch de prijs van een goede maaltijd voor twee in een restaurant. Anyway: goede restaurants hadden ze toch niet in het gehucht waar we overnacht hebben.

Vroeg op weg: ook voor het gebied dat we vandaag wilden bezoeken wordt regen voorspeld. Je ziet het slechte weer al achter de bergen hangen. Maar dat viel mee. We reden eerst een heel eind door heuvels en rivieren: schaapjes, runderen, water, bloemen. Allemaal mooi. Bij de koffiestop een leuke ontmoeting met dames die allemaal naar een bijeenkomst gingen: prachtig uitgedost in rood en paars. We weten alleen nog niet wat daar de betekenis van is.
En dan zijn we ineens heel dicht bij Timaru: dit is de plaats waar we Hans en Ineke zullen ontmoeten. Maar dat staat gepland voor het einde van onze reis, dus we rijden er nu met een grote boog omheen …

Ons doel van vandaag: Lake Tekapo. Een prachtig meer, zeker nu de lupinen bloeien. Kijk maar naar de foto’s. Hier de lunchpauze gedaan en gewandeld. Daarna verder richting Lake Pukaki, met uitzicht op Mount Cook. Maar helaas, Cook hulde zich in nevelen. Toch was het mooi. Dat vonden anderen ook, getuige het feit dat er bruidsfoto’s gemaakt werden.

Daarna op zoek naar een plek voor de nacht. We staan prachtig bij Ahuriri Bridge. Aan de rivier, helemaal tussen de lupinen. En wie schetst onze verbazing: na twee uur komt ook de bruid er weer aan, voor de rest van de fotoreportage.

Wij hebben niets geleerd van ons kreeften-avontuur. Voor vandaag hebben we bij Mount Cook zalm gekocht. En we hebben nog een flesje wijn, gelukkig.

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

Going south

DSC_0370ab

Vanmorgen eerst het wijngaardbezoek. Wij hebben in ons leven al heel wat wijngaarden, wijngebieden, wijn-chateaux etc. bezocht. Dus eigenlijk zat een bezoek aan een Nieuw Zeelandse winery niet echt in het programma. Maar ja, nu we vanwege het slechte weer toch een andere route doen, namen we deze toch maar mee. En eerlijk gezegd: we zijn onder de indruk. Wij bezochten Yealands Estate, omdat dit de maker is van een wijn die we in Nederland veel drinken (Clearwater Cove, sauvignon blanc). De wijngaard is enorm uitgestrekt (we deden een rondrit van 7 km door een deel van de wijngaard …), supermodern en geheel klimaatneutraal. Schapen en varkens houden het gras tussen de wijnstokken kort. Van het snoeiafval maken ze balen waarmee ovens gestookt worden die, samen met zonnepanelen en windmolens, de energie leveren die nodig is voor de productie.
‘Onze’ wijn verkochten ze er niet, die wordt speciaal voor de Nederlandse en Deense markt gemaakt. Albert Heijn blijkt de eerste grote klant van deze wijnboer geweest te zijn en tot vorig jaar ook de grootste.
Uiteraard werd een proeverij aangeboden, maar dat was ons ’s morgens om 10.00 uur toch net iets te gek. Wel een paar flesjes gekocht.

Daarna verder naar het zuiden. Er valt niet veel over te vertellen. Een groot deel van de weg ging langs de kust. De foto hierboven is van onze lunchplek. Iets later ontmoeten we een hele kolonie zeehonden. Langs de kust wordt ‘crayfish’ (zoetwaterkreeft) verkocht; niet goedkoop, maar het leek ons wel een fijne combinatie met de zojuist gekochte wijnen.

De rest van de weg ging door heuvellandschap, tamelijk droog en dor. Overal wordt beregend om nog iets te kunnen verbouwen of gras voor de schapen en runderen te behouden. Veel wegwerkzaamheden, o.a. om aardbevingschade te herstellen.

Inmiddels zitten we op een camping aan zee, maar het is fris en bewolkt en er valt zelfs wat regen. Zojuist hebben we, op basis van verschillende weerberichten, besloten ons hele reisplan aan te passen. De regen aan de westkust houdt nog zeker tot vrijdag aan. Wij vervolgen dus onze weg zuidwaarts en proberen (een deel van) het oorspronkelijke plan in omgekeerde volgorde te doen.

Zo, nu eerst de kreeft en witte wijn.

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

Bier & wijn

DSC_0329ab

En ineens zitten we aan de oostkust van het Zuidereiland. Dat is niet helemaal volgens plan, maar we nemen wijze raad graag ter harte. Eén van de Nieuw Zeelandse medecamperaars gaf ons het advies om met slecht weer niet aan de westkust te gaan rijden. Dus nu het weerbericht regen, héél veel regen (code rood, met kans op wegafsluitingen) voor de westkust voorspelde, hebben we de route een beetje aangepast. Hopelijk is het over een paar dagen beter weer en steken we alsnog over naar de westkust.

Vandaag door een aantal valleien gereden. We begonnen in de provincie Nelson, beroemd om zijn hop. Dat wordt daar ook in grote hoeveelheden verbouwd. Nieuw Zeeland heeft heel veel kleine craft breweries, waarvan wij graag af en toe iets uitproberen. Ook altijd goed voor een leuk praatje met de barkeeper.
En we eindigden in Blenheim: het hart van het wijngebied aan de (noord)oostkust. We hebben ons echt verbaasd over de enorme hoeveelheid wijn die hier verbouwd wordt in de Warau Valley; allemaal tamelijk jonge druivenstokken en op vlak land, niet tegen heuvels. De laatste 50 km tot Blenheim was het één onafgebroken wijnbouwgebied!

Onderweg zagen we verder veel tuinbouw, fruitteelt, landbouw en bosbouw. Het is een vruchtbaar gebied. Een tussenstop in Nelson Lakes National Park. Ook zagen we een keer het echte schapendrijven: een kudde van honderden beesten die door twee honden (en een herder op een quad) naar een nieuw gebied gedirigeerd werden. Leuk om te zien, maar te ver weg voor een mooie foto.

Vandaag op de camping in Blenheim; morgen beginnen we met een bezoek aan een van de wine estates. Daarna zien we wel verder.

 

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

Abel Tasman Coastal Track

DSC_0311a

Vandaag liepen we een deel van het beroemde Abel Tasman Coastal Track. Het was er goed weer voor: half bewolkt, niet te warm. We liepen van Torrent Bay naar Bark Bay. Dat is hier allemaal heel makkelijk: je boekt de watertaxi, die zet je ergens op een strand af en komt je later weer ophalen op de locatie die je afspreekt. Er zijn natuurlijk wel vaste stops; de taxi kan niet overal komen.

Het wandelpad was mooi, klimmen, daarna redelijk vlak, dat wil zeggen: steeds een beetje klimmen en dalen. Halverwege een hangbrug om een rivier over te steken. Steeds mooie doorkijkjes naar stranden en baaien. De vegetatie bestond uit veel fern trees en palmen, tropisch regenwoud. Het was redelijk druk op het pad, vonden wij. Gelukkig is het nog geen hoogseizoen, want dan is het hier vast niet leuk meer!

Bij aankomst in Bark Bay lag de watertaxi alweer te wachten. Die taxi’s kunnen flink vaart maken, maar in de baaien houden ze zich wel koest. Op de terugweg als verrassing een school van 20 dolfijnen. Dan stopt de taxi gewoon om iedereen de gelegenheid te geven de dolfijnen goed te zien. Leuk toch?

Deze slideshow vereist JavaScript.

Marlborough Sound

DSC_0219a

In de loop van de nacht nam de wind af en vroeg in de ochtend werd het droog. Terwijl we op de veerboot wachten, zagen we zelfs enig blauw in de lucht. Vandaag hebben we met de Interislander de oversteek van het Noordereiland naar het Zuidereiland gemaakt. De boot was propvol, het laden duurde heel lang en toen we eindelijk aan boord waren, was er geen zitplaats meer over. Extra balen omdat ik geboekt had voor de Premium Plus Lounge, maar die bleek wegens verbouwing gesloten. We kregen wel het extra betaalde geld terug én 30 dollar om te besteden in het restaurant. Na enige tijd ging er alsnog een extra ruimte open en konden we in elk geval zitten.

Tijdens de reis werd het weer steeds mooier en bij aankomst in Picton was het helemaal helder en zonnig. Vanuit Picton via de mooie Queen Charlotte Drive naar het Abel Tasman National Park gereden. We logeren aan de rand van het park, bij Old MacDonalds Farm. Eerst flink ingesmeerd tegen de sandflies en toen lekker de onderweg gekochte greenlipped mussels gekookt. Hier is geen telefonisch bereik en voor internet moesten we de (inmiddels) vijfde soort pas kopen. Maar als jullie dit lezen, werkt dat in elk geval wel.

 

Wellington

IMG_2595a

Een groter contrast met de voorgaande dagen is bijna niet mogelijk: het is hier noodweer! Gisteren werd al harde wind voorspeld, maar die is vandaag toegenomen tot gale force: flinke storm dus (windkracht 9). Vanmorgen aan het meer schudde ons busje al flink. Maar het was droog en even leek het zelfs of de zon ging schijnen. Maar toen we op weg gingen richting Wellington verschenen overal langs de weg waarschuwingen voor de harde wind. Dat was niet overdreven! We moesten een bergrug over (750+ meter), en de wind gierde echt om de bergen heen. Op een gegeven moment leek het wel alsof de auto’s niet meer vooruit konden. Angstaanjagend, ook omdat er allerlei gesteente van de bergen viel. Gelukkig reed er een grote vrachtwagen, waar al het andere verkeer achter moest blijven (tweebaansweg), dus iedereen reed heel langzaam.

In Wellington had ik een kampeerplaats in de haven gereserveerd, omdat we morgen vroeg met de boot oversteken naar het Zuidereiland. Ook hier een grote tegenstelling met de afgelopen nachten: we staan op een volle parkeerplaats in de haven, langs een drukke autoweg. Maar wel hartje centrum, en we zijn dus snel de stad in gegaan. We bezochten het beroemde Te Papa museum en deden er een rondleiding met een gids. Zo kregen we snel een overzicht van wat er allemaal te zien was (en dat was veel). Na de rondleiding hebben we op eigen houtje nog een aantal afdelingen wat uitgebreider bekeken. Het museum heeft veel culturele schatten van de Maori, van de buitengewone natuur en van de geschiedenis van Nieuw Zeeland. Alles interactief, met filmpjes, simulaties etc. We beleefden er een aardbeving, zagen vulkaanuitbarstingen en maakten kennis met de vele dieren.
Als tijdelijke expositie was er een tentoonstelling over de bijdragen van Nieuw Zeeland en Australië in de Eerste Wereldoorlog. Een stukje geschiedenis waar wij weinig weet van hebben.

Daarna de kroeg in! Het is vrijdagmiddag en overal gezellig druk. Allerlei feestjes met verklede mensen (soort vrijgezellenparties, lijkt het). Het stormt en regent nog steeds, maar dat weerhoudt sommigen er niet van om van een toren in de haven te springen. Wat zou daar nu de lol van zijn???

Wij kozen voor een craft brewery die we ook in Auckland al bezocht hadden. Dit keer het hele assortiment bieren maar eens geprobeerd!

Naast ons op de parkeerplaats staat een Nieuw Zeelander van Nederlandse oorsprong. Hij vroeg zich af of met dit weer de ferry’s wel uit zouden varen … We zien het morgen wel, eerst de nacht maar door zien te komen, want het busje schudt zo hard dat we hier al bijna zeeziek worden.

 

Kamperen

DSC_0175a

Vandaag reden we van Napier verder naar het zuiden. Richting Wellington, waar we zaterdag de oversteek naar het Zuidereiland maken. Over de tocht valt niet veel te vertellen: nog steeds mooi landschap, nog steeds mooi weer.

Goede gelegenheid om jullie wat meer te vertellen over ons kampeerbusje en hoe wij het kamperen ervaren.
Ons busje is een Mercedes Sprinter 311 CDI automaat, 4 jaar oud, 140.000 km op de teller. Hij rijdt prima en gebruikt niet al teveel diesel (1:9,5). Overigens is de diesel hier heel goedkoop (gemiddeld 0,65 euro). Maar je moet hier ook Road User Charge Recovery betalen voor dieselauto’s. Wij hebben dat afgekocht bij de huur van de camper, maar volgens onze Nieuw Zeelandse buurman is dat ongeveer 0,30 euro per liter. Al met al dus nog steeds goedkoop voor onze begrippen.

Het ‘busje’ is 7.20 lang en 3 meter hoog. Da’s dus behoorlijk groot (ruim 1 meter langer dan onze eigen camper). Jammergenoeg merk je daar binnen in de camper niets van …

Lees meer

Jan van Gent

DSC_0030a

Waarom men nu een Jan van Gent in het Engels een Gannet noemt, is toch wel een studie waard, maar dat is leuk voor thuis. De weersvoorspelling was goed dus op dinsdagmiddag geboekt voor woensdag om met de tractor (en niet met de andere optie, per minivan) de Jan van Genten kolonie in Te Awanga te bezichtigen.

Maar bij het opstaan werden we eerst getrakteerd op een twintigtal dolfijnen in de baai, recht voor onze camper, dus daarvoor hoefden we niet eens naar Harderwijk.

Op naar de excursie. Gids Murray plaatste ons allemaal op de aanhangwagens: de durfals mochten op de laatste plaatsnemen. Murray stuurde zijn trekker uit 1949 op het strand uiterst listig tussen de rotsblokken door die bij iedere (kleine) aardbeving naar beneden kwamen. De rotswanden waren nogal stijl aan deze oostkant van het Noordereiland. In de rotswanden zijn de breuklijnen goed te zien. Bij de aardbeving van 1931 is het stadje Napier bijna geheel verwoest en een meter omhoog gekomen. En nu is het herbouwd als art deco centrum van de wereld!

Onderweg zagen we bijzondere geologische verschijnselen. Zoals een geheel begroeide inham in de rotswanden.  Volgens amateur-geoloog Murray had de wind het water uit hoogstens twintig tuinslangen in de rondte belazen waardoor de holte in de rotsformatie was geformeerd.

Op naar de Jan van Genten waarvoor we waren gekomen. Er zijn verschillende kolonies op een Saddle, een Plateau en op een Black Reef. Voor de eerste twee moest wel een wandeling worden gemaakt waarbij een hoogte van 100 meter moest worden overwonnen. maar daar aangekomen konden duizenden vogels worden bekeken die gewoon bleven zitten. Het kostte wat moeite een Van Gent naar voren te laten komen voor de foto maar na het inzetten van het Wilhelmus kwam er een aangelopen. Anders heb je er tien in de vierkante meter op de foto. Het mannetje haalt de bouwmaterialen en het vrouwtje maakt het nest. De echtelieden zitten om de beurt op het ei om Jantje uit te broeden. De eerste vlucht moet wel een retourvlucht zijn want ze halen Jantje niet meer omhoog.

’s Middags een bezoeken aan Napier, waar we geluncht hebben en nog wat boodschappen hebben gedaan. Daarna terug naar hetzelfde plekje als gisteren om te overnachten. Daar kregen we nog goede reistips van de Nieuw Zeelandse buurman voor de reis op het Zuidereiland.

Deze slideshow vereist JavaScript.